artikelen
Spijt en berouw
(10 juli 2021)
(Batseba met de brief van koning David, Rembrandt)
Ik heb het altijd een vreemd verhaal gevonden, over
Ananias en Saffira. In Handelingen 4 lezen we dat de
leden van de eerste Christengemeente eendrachtig
samenleefden en bezittingen niet als persoonlijk
eigendom beschouwden. Ze hadden alles
gemeenschappelijk. In het volgende hoofdstuk
verschijnt ene Ananias ten tonele die een stuk grond
verkoopt en een deel van de opbrengst naar de
apostelen brengt.
Petrus wordt boos (“waarom heb je je door Satan laten
misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel
van de opbrengst van het stuk grond achter te houden?”) en
direct daarna, zonder dat hij zich heeft kunnen verdedigen, valt
Ananias dood neer. Kennelijk, hoewel dat er niet bij wordt
vermeld, door Gods hand. “Enkele jongemannen wikkelden
hem in een lijkwade” lees ik vervolgens, waarbij ik me dan
afvraag of die dingen al klaarlagen. Zijn vrouw, die drie uur later
arriveert, overkomt hetzelfde. “De hele gemeente en allen die
ervan hoorden werden door grote schrik bevangen,” staat in het
laatste vers van het verhaal. Lijkt me terecht. Ik vind het een
nogal zware straf voor een wat te lage kerkelijke bijdrage.
Overigens: dat de Christengemeente alles gemeenschappelijk
had leek mij in mijn jonge jaren een mooi pleidooi voor een
communistische samenleving. Maar als ik dat hardop zei werd
me te verstaan gegeven dat ik het blijkbaar niet had begrepen.
Nu ik het verhaal nog eens heb herlezen krijg ik toch weer
hetzelfde idee.
Corona
In onze tijd wordt de wereld geteisterd door corona. Lockdown,
avondklok, afstand houden, mondkapje, alléén naar de
supermarkt, en nog veel meer zaken die voor ons allemaal
golden en gelden, en dus eigenlijk ook heel gemeenschappelijk
zijn. Veel mensen en bedrijven hadden te lijden onder de
corona, maar er waren er ook die er juist van profiteerden. Niet
uit eten, dus alles uit de supermarkt, tijd zat om te verbouwen,
dus naar de bouwmarkt, niet naar de winkel, en dus veel
bezorgklussen voor bezorgbedrijven.
Ergens in ons land stond een mondkapjeshandelaar op. Hij
leverde het rijk voor dertig jaar mondkapjes, waarvan overigens
de deugdelijkheid nog niet helemaal bewezen is, en deed dat
‘om niet’ zoals hij zelf aankondigde. Geen winstoogmerk. Voor
het algemeen belang!
Mooi, zo’n weldoener. Toch bleek hij er een miljoen of negen
aan over te hebben gehouden, en zijn twee kompanen konden
ieder vijf miljoen op hun bankrekening bijschrijven. De persoon
in kwestie was prominent lid van het CDA en had makkelijk
toegang tot de plekken waar dergelijke transacties worden
geregeld.
Het probleem is uiteraard niet dat hij er veel geld aan had
verdiend, maar dat hij had gezegd dat hij het allemaal uit
naastenliefde en zorg voor de samenleving had georganiseerd.
Hij verscheen in het programma Buitenhof om tekst en uitleg te
geven. Ik vermoedde dat er een soort van excuus over zijn
lippen zou komen. Anders dan Ananias kreeg hij daar alle tijd
voor. Maar dat gebeurde niet echt. Hij probeerde vooral zijn
straatje schoon te vegen, en had spijt dat zijn megadeal was
uitgekomen.
Spijt, berouw, schuldgevoel
En dat brengt me bij mijn onderwerp, spijt en berouw.
Berouw komt na de zonde, zeggen we altijd. Toch klopt de
uitdrukking niet.
In de lijdenstijd worden we geconfronteerd met het berouw van
Petrus na zijn verloochening. Een ander prachtig voorbeeld van
berouw na de zonde zien we bij David, man Gods, tevens
schuinsmarcheerder.
In II Samuel 11 lezen we hoe hij op slinkse wijze Bathseba
verovert. Hij ziet haar topless in de tuin en is gelijk verliefd. Het
ging hem blijkbaar alleen om het uiterlijk! Hij laat haar halen en
maakt haar prompt zwanger.
Vervolgens probeert hij om Uria, haar man, even met verlof uit
de oorlog, naar huis te sturen “om bij zijn vrouw te liggen”.
Maar die vindt dat niet netjes ten opzichte van zijn collega’s.
Zelfs dronken gevoerd blijft Uria collegiaal en gaat niet naar
huis. (De vraag is dan natuurlijk ook wat hij dronken van dat bij
zijn vrouw liggen terecht zou brengen…)
Dan gooit David het over een andere boeg: hij zendt Uria naar
het front met de bedoeling hem te laten sneuvelen en geeft
daartoe Joab nog wat praktische adviezen mee. Het plannetje
lukt en David kan met Bathseba trouwen. De rest is ook
bekend: de profeet Nathan komt langs en houdt hem met
behulp van een verhaal een spiegel voor. Maar David weet van
de prins geen kwaad en is zelfs verontwaardigd over de
hoofdpersoon uit dat verhaal, waarvan hij blijkbaar niet eens
door had dat hij dat zelf was. En dan spreekt Nathan de
historische woorden: “Gij zijt die man!”
(In de nieuwe vertaling: “die man bent u!” Een stuk minder
indrukwekkend. Helaas.)
En David kreeg berouw…
Kunst, denk ik dan.
Na de zonde…
Als nou Nathan níet gekomen was, als zijn zonde níet was
uitgekomen, had hij dan ook berouw gehad?
Want de manier waarop hij Abigaïl had versierd (door haar man
te belagen met maffiapraktijken) was toch ook niet bepaald het
toonbeeld van fijnzinnigheid. Nergens lezen we iets over spijt of
berouw.
Ook voor Petrus moet eerst een haan kraaien, voor hij beseft
wat hij gedaan heeft. Berouw komt dus eigenlijk niet na de
zonde maar na het uítkomen van de zonde!
Judas (ik blijf hem een schlemiel vinden…) kreeg volgens mij
ook berouw. En hem hoefde niet eens verteld te worden dat hij
fout gehandeld had. Hij zag zelf het effect van zijn verraad en
kreeg het Spaans benauwd. Of heet het dan geen berouw,
maar schuldgevoel?
En is dat iets anders dan?
Kees Steketee