artikelen
 

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN


 

Nuance
(18 juli 2020)


“Denk niet zwart, denk niet wit, denk niet zwart-wit,
maar in de kleur van je hart.” Een tekst die ooit
geschreven werd door Frank Boeijen. Tegen racisme.
Een oproep tot nuance.
De woorden spoken de laatste weken vaak door mijn
hoofd. Van nature ben ik een genuanceerd mens.
Ik heb het gevoel dat ik in staat ben allerlei zaken van
meerdere kanten te bekijken, net zoals ik het gevoel
heb dat u als lezer dat ook kunt.


Je hoeft geen ervaringsdeskundige te zijn om te kunnen
meeleven met mensen die iets ernstigs hebben meegemaakt.
Een groot verlies, hevige pijn, een heftig conflict.
Ik hoorde het voorbeeld weer langs komen dat wij, als man, niet
in staat zijn te voelen hoe zwaar het is om een kind te baren.
Uiteraard spreek ik dat niet tegen. En ik ben ook niet van plan
om, zoals een aantal seksegenoten van me dat een keer deden
in een tv-programma, me die pijn op kunstmatige manier te
laten ervaren. Maar ik kan wel proberen me daar een
voorstelling van te maken, en mee te leven bij de bevalling.
En de pijn die iemand heeft bij het verlies van een geliefde voel
ik niet zoals de nabestaande, maar ik kan zeker wel proberen
me in te leven in zijn of haar verdriet. Daarbij is het inderdaad
zo dat je, als je eenmaal op een leeftijd bent gekomen dat je
ouders zijn overleden, pas echt weet wat het is om je vader of
moeder, ook al zijn ze stokoud, te verliezen.
Je bent dan die ervaringsdeskundige geworden.
Maar je kunt het iemand niet kwalijk nemen als hij het leed dat
jij meemaakt nou eenmaal niet net zo ervaart als jij dat doet.

Racisme
Premier Mark Rutte had het er over dat we in Nederland geen
institutioneel racisme hebben. Ik denk dat hij gelijk heeft.
Nergens is vastgelegd of afgesproken dat bepaalde groepen
van de bevolking minder rechten hebben of van bepaalde
dingen moeten worden uitgesloten. Dat er in de praktijk racisme
plaats vindt is wat anders. Maar ook daarvan is de vraag of het
racisme ís.
Soort zoekt soort. Het is een uitdrukking. Mensen hebben de
neiging elkaar op te zoeken. Om te gaan met lieden die je op
de een of andere manier aanspreken. Zo is ook de verzuiling
ontstaan. Je voelt je prettig onder gelijkgezinden.
Probleem is tegenwoordig dat je, als je dat natuurlijke gedrag
vertoont, als je vooral omgaat met mensen uit je eigen groep, al
gauw wordt weggezet als racist. En ook te horen krijgt dat je je
niet kunt voorstellen hoe het is om gediscrimineerd te worden,
omdat je er zelf geen slachtoffer van bent.

Uit dat ‘soort-zoekt-soort’ gevoel komt ook voort, denk ik, maar
het klopt uiteraard van geen kant, dat bij sollicitaties de
herkomst van de achternaam blijkbaar reden kan zijn om een
sollicitant niet eens uit te nodigen. Maar als je zo iemand wél
uitnodigt en vervolgens niet benoemt, kan dat je ook op een
beschuldiging van racisme komen te staan terwijl het ook goed
mogelijk is dat er gewoon betere kandidaten waren.

Fout
Het is natuurlijk schandalig hoe in Amerika een zwarte arrestant
letterlijk wordt doodgedrukt door de politie. Maar als ik
demonstranten hoor zeggen dat het in Nederland net zo erg is
geloof ik dat domweg niet.
Een demonstratie in Amsterdam werd aangegrepen om
burgemeester Femke Halsema aan te pakken, en een kennelijk
foute grap van Johan Derksen zorgde dat het debat vooral dáár
over gaat. (Derksen zag een Zwarte Piet bij de demonstratie en
vroeg zich af of dat Akwasi was, de man die een pittige tirade
had gehouden tegen diezelfde Zwarte Piet.)
In het kielzog van het racismedebat las ik in een artikel van een
gewaardeerd politiek commentator van Trouw dat het feit dat
Femke Halsema een vrouw is had bijgedragen aan de
opwinding. En hij noemde de burgemeester van Den Haag
(Paulien Krikke) en een vorige voorzitter van de Tweede Kamer
(Anouchka van Miltenburg) als andere voorbeelden. Terwijl ik
had begrepen dat ze het gewoon niet goed hadden gedaan. En
dat dat niets met hun vrouw zijn te maken had.

Ik had voor dit artikel allerlei nieuwsfeiten verzameld. Maar er is
geen ruimte meer. Over het niet meer spreken over Afrikaantjes
als het over die leuke oranje bloemetjes gaat, over een strop
die in een garage van een donkere autocoureur hing, die
vervolgens door tientallen collega’s werd getroost en
geknuffeld, terwijl de lus was bedoeld om de garagedeur
makkelijker te kunnen openen en sluiten. Hij hing er ook al
jaren…

Nuance
Nuance, dat is wat we nodig hebben. Zowel van voor- als van
tegenstanders van wat dan ook. De wereld is niet zwart-wit.
Maar teveel nuance kan ook: André van Duin toonde dat aan
met zijn lied ‘Belt u maar’ (1976). Luisteraars konden reageren
op de tekst. Chinezen, Belgen, Ajax, de heide, een sigaar, een
biertje, een toffee, allemaal zaken die blijkbaar niet door de
beugel konden. Kwetsend, slecht voor de natuur, ongezond, en
wat al niet. Regel voor regel moest hij aanpassen. Wat
overbleef was een zouteloos lied waarin niets gebeurde.

Tot slot: humor, ironie, is bedoeld om mensen te laten lachen,
op het verkeerde been te zetten, te overvallen met een
onverwachte wending, misschien wel een spiegel voor te
houden. Dan is het juist vaak een geëigende techniek om even
niet genuanceerd te zijn. En ja, dan schop je wel eens tegen
een scheen.

Kees Steketee

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN