artikelen
Een warm onthaal voor ds. Marja de Jager
Het is 3 maart 2019. De Kruiskerk in Delfzijl stroomt al
vroeg vol met kerkgangers. Deze middag zal ds. Marja de
Jager aan de Protestantse Gemeente worden verbonden.
Brassband Heman uit Zuidwolde, waarin de echtgenoot van
Marja, Eelco, speelt, neemt nog even de muziek door die
tijdens de dienst zal worden gespeeld. Er is een stuk bij,
samen met het orgel, en het valt nog niet mee de
koperinstrumenten zuiver te stemmen bij het orgel dat het
moeilijk heeft, boven op de galerij bij een temperatuur van
minimaal een graadje of 25.
De
koster had al wat extra deuren opengezet, het was ook
beneden in de kerk lekker warm geworden. Tegen half drie zit
de kerk vol.
Voorganger in het eerste gedeelte van de dienst is ds. Ybo
Buurma. Hij was collega van Marja in Haren.
Na het welkom (voor gemeenteleden, genodigden,
gemeenteleden uit Haren) en de mededeling waar de bloemen
heengaan wordt een aankondiging van een alleengaandenmiddag
gerectificeerd. “Die is al geweest…”
We zingen het intochtslied uit ‘Geroepen om te Zingen’: Vrede
voor jou, hierheen gekomen. Heman speelt ‘Lord, thou art
questioning’ van Trevor Davis, we zingen het kyrie en gloria.
Vervolgens is het tijd voor de ‘dienst van de verbintenis’.
Verbintenis
Ds. Buurma is blij zijn collega hier te mogen verbinden aan de
gemeente van Delfzijl, te meer daar zij zelf hém een aantal jaar
jaren geleden verbonden heeft aan de Gorechtkerk Haren. “We
hadden daar twee mooie jaren van collegialiteit en vriendschap.
Je bent een hartelijke, betrouwbare collega, met, heel
belangrijk, een groot gevoel voor humor. Delfziel mag zien
handen dichtkniepen.”
Op de vraag of ze ‘de gemeente wil liefhebben en het haar
opgedragen dienstwerk verrichten naar de gaven die haar
gegeven zijn’ is het antwoord: “Dat wil ik, en dat beloof ik.”
De gemeente belooft desgevraagd de nieuwe predikant in haar
‘kring te ontvangen, haar te aanvaarden, haar vertrouwen te
schenken en samen met haar mee te werken aan deze
gemeenschap die kerk wil zijn tot eer van God en tot zegen van
mensen.’
Wegens een operatie aan de voet zit Marja op een kruk: “Op
ooghoogte met u als gemeente. En zo hoop ik samen op te
trekken, als mensen die elkaar in de ogen kunnen kijken.”
Vervolgens is het tijd voor de kindernevendienst. Er is een
zestal kinderen aanwezig, met name van enkele gasten in de
kerk. Zij gaan naar hun eigen ruimte en zullen het daar, net als
in de kerk zelf, hebben over de torenbouw van Babel. Met dat
doel proberen ze vooraf van een stuk of wat verhuisdozen
(daarvan waren er genoeg in de pastorie!) een toren te bouwen.
Het werd niet helemaal duidelijk wat de beste techniek was,
maar het kwam er wel op neer dat stevigheid belangrijker is dan
hoogte. Dat gold ook voor de toren van soesjes die de kinderen
naar hun nevendienst meekregen…
Beroepingscommissie
Emma Veling, voorzitter van de beroepingscommissie, citeert
een tekst, ooit door Marja geschreven:
Duizend wensen en verlangens, naar een zorgeloos bestaan,
duizend kinderen, mensen op de aarde, die hun levensweg op
gaan, harmonie van kleur en lichten, eindeloze vergezichten
komen samen in het licht van Gods stralend aangezicht.
De beroepingscommissie wordt daarna van zijn taak ontheven.
Om de veelkleurigheid van de gemeente te illustreren wordt er
iets gedaan met verschillende kleuren kaarsen die aan de
paaskaars worden aangestoken. Boven vanaf het orgel, waar
uw scribent de dienst mocht doorbrengen, was dat niet precies
te volgen.
Naast de solo’s die Heman speelde was er ook een lied dat ze
begeleidden, en wel Psalm 150, met de woorden van 150a,
‘Geprezen zij God’, als inleiding op de Dienst van het woord.
Dat gaf een mooi effect, vooral de regel ‘laat jubelen het orgel’!
De schriftlezing was uit Genesis, de torenbouw van Babel dus,
en die werd verbonden met het Pinksterverhaal waarin alle
volken de discipelen (het zijn toch allemaal Galileeërs?) in hun
eigen taal hoorden spreken. Die tekst uit Handelingen werd,
deels in het Latijn, als een soort door iedereen verstane,
universele kerktaal, gezongen door sopraan Gera van der
Hoek.
Daarna zongen we nog over ‘stamelend de woorden spreken
vanuit de diepte van ons hart’ uit gezang 601. De melodie van
‘De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw
geboren en getogen’.
Overdenking
In de overdenking gaat Marja in op een gebruikelijke uitleg van
het verhaal van de torenbouw van Babel: hoogmoed. Dat sprak
uit de bouw van de toren, hoogmoed? Zij zoekt het meer in de
verscheidenheid die ook uit het verhaal blijkt. Want is de wens
één te willen zijn zo verkeerd? Dat willen we toch ook in het
gezin, in de schoolklas, in de kerk?
Maar als eenheid het ultieme doel wordt, komt die onder
spanning te staan. Het kan leiden tot onderdrukking van de
eigenheid. Babel wordt een vesting van gelijkgestemde
mensen. Dat roept weerstand op. Geen mens denkt helemaal
gelijk. Er zijn altijd afwijkende meningen.
Eenheid mag nooit ten koste gaan van eigenheid en
verscheidenheid.
God schiep niet een boom, maar tienduizend verschillende
bomen, en ook elke mens is anders. In Babel is geen ruimte
voor verschillende meningen en overtuigingen. God ziet dat
daar de mens niet meer lijkt op de mens die hij voor ogen had.
Dan hebben we het dus over veelkleurigheid. Ook de
veelkleurigheid die de beroepingscommissie zo mooi
uitbeeldde.
“Ik wil graag met u op weg, in deze gemeente, die nog maar zo
kort één is, waar zo veel verscheidenheid is.”
Op het Pinksterfeest komen alle volkeren die na Babel
verstrooid zijn weer samen. Ze noemt de Geest van God die
waait als een frisse wind door de dichtgekitte kieren van ons
kerkgebouw. “Die ons aanvuurt, om in Gods naam ‘ik’ te
zeggen, en ‘jij’, en ‘samen’, opdat we steeds meer mens
worden ván God en voor elkaar.”
Slot
Heman speelde na de preek een mooi Onze Vader (Baba
Yetu). Aan het eind van het gebed klonk het Pater Noster,
gezongen door Gera.
De middag was al aardig gevorderd toen ds. Knol, consulent,
Marja toesprak. “Een kerk heeft een predikant nodig. Niet dat
een gemeente functioneert ‘onder leiding van’ de dominee. Zie
het meer als ‘onder begeleiding van’.”
Ook Tjerk de Vries, voorzitter van de kerkenraad sprak de
nieuwe predikante toe. Hij had het over de uitdrukking ‘wie wat
bewaart heeft wat’. “We kennen jou, sinds je je stage liep hier in
Delfzijl in de Ark. Ik heb hier nog het kerkblad uit 2004 waarin je
daarvan verslag doet. Je schrijft dat het zo druk was dat je aan
het eind van de dag soms niet meer wist wat je de hele dag
gedaan had…”
Tijdens de collecte speelden orgel en brassband samen ‘Crown
Him with many Crowns’, en kwamen de kinderen weer terug in
de kerk.
Het slotlied was gezang 871, Jezus zal heersen waar de zon
gaat om de grote aarde om. Na de zegen speelde Heman nog
‘Loof de koning heel mijn wezen’. Er bleef maar net genoeg
ruimte voor de dirigent om zijn werk te doen. De vele
kerkgangers wilden maar al te graag richting de koffie, om de
nieuwe dominee persoonlijk welkom te heten.
Het was, in meerdere opzichten, een warm onthaal.
Kees Steketee