artikelen
 

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN

Orgel Garmerwolde gerestaureerd
(2 maart 2019)

Het zag er als nieuw uit. Je zou haast denken dat het ook
nieuw was. De klaviatuur van het Van Oeckelen orgel (1851)
in Garmerwolde. Het was natuurlijk ook niet voor niets dat
mevrouw Frouwke de Vries, namens de ‘plaatselijke
commissie kerk’, het gerestaureerde orgel een
klavierdeksel cadeau deed. Om er voor te zorgen dat de
klavieren er niet alleen vandaag (8 februari 2019) maar tot
in lengte van dagen zo mooi zouden blijven uitzien.
 
“Het orgel is uitgepakt, maar het wordt ook binnenkort weer
ingepakt als er weer werkzaamheden in de kerk aan de orde
zijn,” had ze ons ook nog verteld. Ze verzorgde de opening van
de feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het
gereedkomen van de restauratie van het orgel.
Die was in september 2016 begonnen, nadat in de jaren 1996
1998 de eerste fase was uitgevoerd. Tussendoor, in 2013
2014, was de kas al opnieuw geschilderd, en zo stond het orgel
al een paar jaar (ingepakt) te schitteren in zijn originele kleur,
een roodachtige mahonie-imitatie. Thans was ook de
restauratie van pijpwerk, windvoorziening en speeltafel gereed.

Toonhoogte
Direct na de opening gaf mw. De Vries het woord aan Pim de
Bruijne, voorzitter van de Stichting Oude Groninger Kerken, die
eigenaar is van gebouw en orgel.
Deze riep Jan van Dijk bij zich, lid van de orgelcommissie
Garmerwolde, en samen bespraken ze de totstandkoming van
de plannen tot restauratie, en de manier waarop er geld was
ingezameld. Toen in 2003 de Stichting de kerk overnam ging
dat geld, met een labeltje ‘voor het orgel’ als bruidsschat mee.
Tijdens het gesprek liet Van Dijk zich op een gegeven moment
ontvallen dat “er iedere tien a vijftien jaar wel weer wat moet
gebeuren aan het orgel.” Voor De Bruijne leek dit nieuws…
Hij had het ook nog over de ‘toonstelling’ en het werd niet
helemaal duidelijk wat hij daarmee bedoelde. Adviseur Peter
van Dijk bracht uitkomst. Hij vertelde dat de toonhoogte van een
orgel in het verleden niet per definitie vaststond. Je had orgels
in kamertoon, een halve toon lager dan tegenwoordig, maar
ook wel orgels die juist een halve toon hoger waren gestemd.
De vraag tijdens de restauratie was wat in Garmerwolde de
oorspronkelijke toonhoogte was geweest. Men had dat
onderzocht door het bestuderen van een aantal orgelpijpen
waarvan men zeker wist dat die nog de originele lengte
moesten hebben. De conclusie was dat het orgel oorspronkelijk
was gestemd op de zogeheten Pruisische Kamertoon, en men
heeft deze toonhoogte, die iets hoger is dan de 440 Hz die we
tegenwoordig hanteren, weer hersteld. Toen ik mijn stemvork
even later mee liet trillen tijdens de Sonate in D van Mozart viel
het me overigens niet op, maar dat kan ook aan mij, of aan mijn
stemvork hebben gelegen…

Peter van Dijk had het ook over de manier waarop we kijken
naar orgelbouw. Het is nog niet zo heel lang geleden dat orgels
uit de 19e eeuw niet erg werden gewaardeerd. (“Het front is wel
mooi,” sprak eens een orgelclub die op bezoek was bij het Van
Oeckelen orgel in Middelstum, waar ondergetekende in die tijd
organist was, en er is een DVD over orgels in Groningen
waarop een orgelbouwer, zittend aan het klavier van datzelfde
orgel een wegwerpgebaar maakt bij het horen van de Klarinet.)
“Tegenwoordig staan ze op de monumentenlijst. Dat maakt het
orgellandschap zo mooi, die veelkleurigheid!”

Openingshandeling
De openingshandeling die volgde werd verricht door een viertal
mensen, waaronder twee kinderen van de school die als
sleutelbewaarder van de kerk fungeert. Ze bliezen elk op een
orgelpijp, hetgeen een vierstemmig akkoord zou kunnen
opleveren. Dat was niet helemaal het geval; de winddruk per
pijp was niet helemaal gelijk, en er klonk een soort meervoudige
stoomfluit. Maar ondanks dat zongen de aanwezigen
aansluitend enthousiast op de melodie van het Land van Maas
en Waal van Boudewijn de Groot over het orgel in de Ga-a-a-a
ar-merwolder kerk.
Met Peter van Dijk achter de microfoon en Matthijs de Vreugd
achter het orgel werden de aanwezigen vervolgens getrakteerd
op een geluidsdemonstratie. Van het zachtste register tot aan
het volle werk klonken mooie passende, grotendeels
geïmproviseerde, klankdemonstraties.

Daarna besteeg Van Dijk zelf de orgeltrap en liet het orgel
horen in werken van Mozart (de al genoemde sonate in D), Van
Eyken en Wenck. Van de laatste klonk ‘Daar wordt aan de deur
geklopt’, althans dat was de eerste associatie van uw
luisterende scribent, maar op het programma ging het over een
‘in Groningen zeer bekende melodie’, dus zal wel het Peerd van
Ome Loeks bedoeld zijn. Het zorgde hoe dan ook voor een
hilarisch moment.
Mooi vond ik de bewerking van ‘Jesu meine Freude’ van
Kellner, geregistreerd met de vele acht voets registers. Het
slotstuk was het rondo uit het concert in C van Ruppe. Ruppe
was een Duitser die in Leiden woonde. Zijn klankidioom en
akkoordengebruik doet hier en daar enigszins aan een
draaiorgel denken. Het gebruik van het bijzondere register
‘Carillon’ maakte het Hollandse gevoel compleet.

Tot slot
Na afloop werden allerlei mensen bedankt voor hun werk aan
de restauratie. Dolf Tamminga en Matthijs de Vreugd van
Mense Ruiter vertelden over het vak van orgelbouwer. “Een
orgelbouwer is heel iets anders dan een aannemer,”
veronderstelde De Bruijne.
Tamminga: “Matthijs is de specialist op het gebied van pijpwerk.
We hebben ook fantastische meubelmakers, en ikzelf heb
vanmorgen de boel hier aangeveegd…”

Iemand die lang geleden organist was geweest in Garmerwolde
kende het orgel niet terug. “Het is veel sterker geworden. Ik
vond de oude situatie ook zijn charme hebben.” Verrast was hij
door de klank van de Vox Humana en het register Carillon. “Die
waren in mijn tijd niet te gebruiken…”

Rest een felicitatie voor Garmerwolde, én natuurlijk voor de
Protestantse Gemeente Garmerwolde-Thesinge-Stedum-Ten
Post, die regelmatig in Garmerwolde ter kerke gaat. Dan zal
het wel niet zo gauw
gebeuren dat er muziek van Boudewijn de
Groot klinkt, maar ik neem aan dat de organist (Carel van
Aurich, over hem werd deze middag niet gesproken) met deze
stevige Van Oeckelen, zoals een echte Van Oeckelen betaamt,
genoeg orgel onder zijn vingers heeft om de hele kerk (die
overigens oorspronkelijk een heel stuk groter was dan
tegenwoordig, zo haast zonder schip) met zijn klanken te vullen.
Het volle werk is meer dan genoeg!

Kees Steketee

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN