artikelen
Zangen van zoeken en zien
(3 oktober 2015)
Het is nog niet zo
lang geleden dan in de PKN het nieuwe liedboek
(NLB) in gebruik werd genomen. In 2013 was dat het geval. Het
vervangt het Liedboek dat we sinds 1973 gebruikten. Dat we na
veertig jaar aan iets anders toe waren is best voorstelbaar.
Maar nu, ruim twee jaar verder, dient zich alweer een nieuwe bundel
aan: Zangen van zoeken en zien.
We kennen nog niet alle 1016 liederen uit het Liedboek (inclusief
de –a, -b, tot soms wel –k varianten komen we haast tot 1300).
Waarom dan weer een nieuwe bundel, net nu je het gevoel krijgt dat
dat boek uit 2013 een beetje begint in te burgeren?
We vragen het aan Chris van Bruggen, een van de initiatiefnemers en
motoren achter de Zangen van zoeken en zien. Dat was hij trouwens
ook bij de promotie van het NLB uit 2013 in Groningen.
Hij spreekt, hij meldt dat nadrukkelijk, namens de complete
projectgroep.
In de informatiefolder lees ik
dat de bundel liederen biedt in “een eigentijdse geloofstaal,
met beeldspraak die nieuwe wegen zoekt om het onzegbare te naderen. Geen
uitsluiting
of veroordeling, maar uitnodiging en verbinding.” Wat bedoelt men hiermee? Wordt
in
het ‘traditionele’ repertoire “Uitsluiting of veroordeling” ervaren?
“Ons project van de afgelopen twee
jaar en onze bundel zijn niet bedoeld als reactie op
of oordeel over andere projecten, bundels of liederen. We werkten vanuit een
duidelijke eigen
profielschets: open en verbindend qua geloofstaal en -muziek, en in de houding
naar onszelf
toe: kritisch. Wat ‘traditioneel’ betreft: ook in onze bundel staan melodieën
uit de
kerkmuzikale traditie.”
Met het Liedboek kreeg ik al het
gevoel door de bomen het bos niet meer te zien. Wordt
dat nu niet nog erger?
“Nogmaals: wij hebben en willen geen
oordeel geven over andere bundels, ook niet
over het NLB. “Honderd bloemen moeten bloeien”, zo laat ook Herman Verbeek ons
zingen.
Prof. Kees Waaijman zou zeggen: “Hoe iemand een bos inloopt, en waar hij dan op
let, wat
hij wel en niet ziet, zegt iets over zijn ‘inter-esse’, over wat hij wezenlijk
vindt, tegen welke
achtergrond hij waarneemt.” Wij beoordeelden met respect voor wat ons werd
aangereikt
zo’n 3.000 liederen, en we moesten en wilden kiezen. Wat wij wezenlijk vonden,
tussen de
vele en veelzijdige mooie bomen van tekst en muziek? Dat zegt de titel Zangen
van
zoeken en zien. Of zoals Huub Oosterhuis zegt: “Zien, soms even.” Zo is ook
de mystieke
kant een kenmerk van onze bundel geworden.
Wij zijn ervan overtuigd dat deze benadering aansluit bij de wijze waarop een
groeiend
aantal parochies, gemeenten, en geloofsgemeenschappen zoekt naar liturgisch
materiaal
dat aansluit bij de wijze van geloofsbelevenis in deze tijd. De bundel bundelt
als het ware
het resultaat van deze zoektocht. Dat is ook de reactie die ons bereikt over dit
project.”
Mooi om te lezen dat “Zangen van
zoeken en zien kiest voor liturgie, waarin de functie van
muziek essentieel is. Samenzang staat centraal, in een veelzijdigheid van
muzikale stijlen.”
De bundel is bedoeld voor (oecumenische) basisgroepen, ecclesia’s, parochies,
kloosters
en gemeenten die zich daarmee verwant voelen
Mijn vraag is of je zomaar muziek die in de ene omgeving goed functioneert in
een heel
andere context ook kwijt kunt.
“De context wordt bepaald door
degenen die daar(in) samen vieren en wat en Wie hen
samenbrengt. En inderdaad, soms gebeurt dat ‘zomaar’…, dan wordt het mensen
gegeven,
als een Godsgeschenk. Zo kenden wij als projectgroep ook momenten waarop we
dankbaar
waren voor wat ons ‘zomaar’ gegeven werd. Maar meestal is de keuze, of liederen
in een
andere context dan waarin deze ontstonden (kunnen) functioneren, een bewuste en
betekenisvolle keuze van de betreffende vierende gemeente. Wat dat betreft: in
de loop
der eeuwen is elke muziek van context veranderd en heeft nieuwe mensen,
plaatsen,
betekenissen en werking gevonden. Zo zal het ook met onze bundel gaan.”
Mijn ervaring is dat het
navigeren door het notenschrift, zeker als dat niet gewoon van
linksboven naar rechtsonder gaat, afleidt van de ervaring van de tekst. (waar
moet ik heen,
waar staat dat refrein ook alweer…)
Ook als je dat ondervangt door alles achter elkaar van noten te voorzien raak je
soms het
overzicht kwijt.
Kun je je daar iets bij voorstellen, en hoe werkt dat in ‘Zangen van zoeken en
zien’?
“In deze liedbundel is er op gelet
dat er zo weinig mogelijk moet worden omgeslagen.
Daarom wordt in onze bundel, anders dan bijvoorbeeld in het NLB, indien toch een
volgende
bladzijde nodig is, het notenschrift desnoods opnieuw genoteerd. In veel
gevallen is ook
gekozen voor het vaker afdrukken van bijvoorbeeld een refrein, zodat er niet
teveel
genavigeerd moet worden.
En wat echt uniek is in onze bundel is dat in zeer veel gevallen de koorpartij
ook in noten
is afgedrukt, zij het eenstemmig.
Zo is het mogelijk dat bijvoorbeeld een kerk met een zeer kleine zanggroep toch
de liederen
(eenstemmig) kan zingen. Wanneer een koor de originele zettingen wil zingen
wordt verwezen
naar de oorspronkelijke uitgever.
Volgend voorjaar verschijnt ook de begeleidingsbundel van dit liedboek.
Daarin staat een orgel/pianopartij met de melodie en ook met de teksten van alle
coupletten.
Speciaal voor deze bundel hebben Antoine Oomen en Tom Löwenthal een aantal van
hun
begeleidingen vereenvoudigd. Ook van de liederen op teksten van Kees Waaijman,
die ooit
bij Kok eenstemmig zijn verschenen, wordt nu een begeleiding gemaakt.”
“Zangen van zoeken en zien geeft
een rijk en gevarieerd en vernieuwend repertoire van
ruim 750 liederen van en voor vierende mensen. Een repertoire dat aansluit bij
het levens-
en geloofsgevoel van nu.”
Wat vind je van de gedachte, de overtuiging desnoods, dat muziek in de kerk
misschien wel
juist niet hoeft aan te sluiten bij het ‘nu’. Dat de kerk iets anders is dan het
dagelijks leven?
“Dat ons repertoire ‘daarbij
aansluit’ wil juist zeggen dat de liederen het ‘alledaagse’ van
het dagelijks leven in een ander perspectief willen plaatsen: zoeken en zien.
Dat betekent dat
het gaat om ‘geleefde spiritualiteit’ die nooit los staat van ons dagelijks
leven en ons er tegelijk
‘bovenuit wil tillen’. En nogmaals: er is een duidelijke plaats in de bundel
voor hetgeen zowel
de kerkelijke traditie als nieuwe bewegingen ons aan ander perspectief dan het
dagelijkse
aanreiken.”
Er zijn verschillende liederen
opgenomen die ook in het boek uit 2013 staan. Ziet men
(dus, denk ik dan) deze bundel als vervanging daarvan?
“We hebben over dit punt in
praktische zin uitvoerig gesproken. Feit is dat aan ons
bekende specifieke gemeenschappen, in hun genre, te weinig voor hen passend
materiaal in
het NLB hebben aangetroffen, met als gevolg dat deze het NLB niet gaan
gebruiken. Mede als
gevolg daarvan worden, daarvoor in de plaats, veelal losse liedbladen of aparte
liturgieboekjes
gemaakt. Voor deze groepen kan onze liedbundel een uitkomst zijn.
Maar we hebben ook willen voorkomen dat een lied als "Licht dat ons aanstoot in
de morgen",
dat in het NLB voorkomt en ook bij bedoelde gemeenschappen breed gebruikt wordt,
daarbij
niet gezongen zou kunnen worden, tenzij men dit apart in een dienst verstrekt.
Daarom zijn ongeveer 90 liederen opgenomen die ook in het NLB voorkomen en op
dit soort
criteria zijn geselecteerd.
Ook zijn sommige breed gebruikte liederen opgenomen die in het NLB alsnog niet
zijn
verschenen, zoals 'De Heer heeft mij gezien en onverwacht'.”
Wie meer wil
weten of horen: Op zondag 10 oktober aanstaande, van
15.00 tot 17.00 uur, vindt in de Martinikerk te Groningen de presentatie
plaats van Zangen van zoeken en zien.
Tijdens deze bijeenkomst, met twaalf koren, organist Stef Tuinstra en
pianist Peter Rippen, wordt uiteraard veel gezongen.
Het eerste exemplaar van de bundel wordt aangeboden aan Huub Oosterhuis.
De toegang is gratis en iedereen is van harte welkom.
Kees Steketee
Zangen van zoeken
en zien
Oecumenische liedbundel
ISBN 9789043525862
Prijs € 25,00
Projectgroep: Henk
Bodewitz, Henk Jan Bolding, Chris van Bruggen, Geke Bruining, Chris Fictoor,
Aart Jan de Geus, Sieds Prins, Jannet van der Spek, Michaël Steehouder, Lydia
Vroegindeweij en
Wilna Wierenga.