artikelen
 

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN

De juiste koers
(29 september 2012)


Sinds een aantal jaren hebben we een tomtom.
Ooit aangeschaft toen ik, onder tijdsdruk, in een
provinciehoofdstad op zoek was naar een bepaalde
kerk. Het schemerde al en de toren stak minder
prominent boven de bebouwing uit dan ik bij
aanvaarding van de reis had verondersteld.
Weliswaar lag er een stratenboek naast me op de
stoel, maar kaartlezen en rijden tegelijk valt niet
altijd mee.
Dankzij de tomtom hoef ik me geen zorgen meer
te maken over de te volgen route. Tom rekent die
voor me uit en als ik na afloop van de reis weer
naar huis ga (ik toets dan ‘thuis’ in) kan het zomaar
gebeuren dat ik geen idee heb in welke hoek van
het land ik geweest ben. Ziende op de kaart blijkt
dan trouwens regelmatig dat ik een omweg heb
gemaakt. De ‘snelste route’ was een stuk langer
dan de kortste!

In Groningen hebben we sinds enige tijd een fietspaden-knooppunten-route. Op bepaalde punten in het
landschap staan borden met kaarten waarop allerlei nummers staan aangegeven. Je fietst van het ene
nummer naar een volgend nummer, en zo kun je een hele mooie route, via door jou nog onontdekte mooie
fietspaden en andere rustieke weggetjes afleggen. Het is zaak de (min of meer willekeurige) nummers goed in
je op te nemen, anders sta je bij elk kruispunt weer op de kaart te kijken. Onthou maar eens een route die er
uitziet als: 52 43 18 27 95. Daar komt trouwens nog bij dat het een enigszins ongemakkelijk gevoel geeft, dat
keurig volgen van een door anderen uitgestippelde weg. Anders dan met auto en tomtom maak je zo’n
fietstocht toch vooral om het fietsen zelf. Dat slaafs volgen van een uitgestippelde weg heeft iets
onbevredigends: zo’n weg zou je toch zelf moeten kunnen bedenken…
Hoewel ik er direct bij moet zeggen dat het bij een driedaagse vakantie in Friesland mooi makkelijk was om op
de nummertjes van de route te kunnen bouwen.

We hadden de aanloop naar de verkiezingen. Wekenlang werden we getrakteerd op debatten met
voorbeschouwingen en nabesprekingen. Elke partij vertelde enthousiast welke route men wilde volgen. En de
ene tocht was nog mooier en veelbelovender dan de andere. En uiteraard werden de door anderen
samengestelde rijrichtingen stevig veroordeeld: op die manier heb je veel te veel tegenwind, rij je een
onlogisch eind om, en kom je veel te laat op je bestemming. En aangezien de crisis intussen maar voortduurt,
is dat niet verstandig.
Inmiddels hebben we kunnen stemmen. Ik verbaas me altijd over de opkomst, die, met nog geen 75 %, laat
zien dat een kwart van de kiezers het dus eigenlijk niks kan schelen welke kant we op gaan fietsen. Ze rijden, al
dan niet mopperend, gewoon mee in de door anderen bepaalde richting. Ook zijn er veel mensen die tot in het
stemhokje twijfelen. Gaan we linksom of gaan we rechtsom. Ze doen maar wat, en stemmen intuďtief op een
partij, ongeveer zoals ik best op woensdag naar Sneek wilde fietsen en op donderdag naar Leeuwarden, maar
het maakte me ook niks uit om op woensdag naar de hoofdstad te gaan en op donderdag naar Sneek. Lood
om oud ijzer zeggen we dan.
En dan had je de nog strategische stemmers: Jantje wil naar Sneek, Pietje naar Leeuwaren, dan kies ik voor
Bolsward, zodat ze geen van tweeën hun zin krijgen.

Het probleem nu, na de verkiezingen, is dat twee grote partijen er in ieder geval samen moeten zien uit te
komen. Twee groepen met totaal verschillende routedromen, moeten proberen het samen eens te worden. En
een andere partij, die dankzij de peilingen dacht dat zijn idee over de af te leggen weg wel op veel steun zou
kunnen rekenen kreeg helemaal niet zoveel steun.
We zitten, ook bij de verkiezingen, eigenlijk met twee soorten mensen: je hebt tomtomrijders en fiets-
knooppunten-toeristen.
De tomtomrijders kiezen een eindbestemming, toetsen die in, en maken zich onderweg niet meer druk, het
eindpunt staat vast. Of ze de kortste weg nemen of een stuk omrijden, ze merken het niet eens…
De fiets-knooppunters plannen ook wel een route, maar het lukt ze steeds maar niet om alle nummertjes van
de tussenstations te onthouden. Daardoor moeten ze onderweg steeds weer de kaart raadplegen, soms elke
drie kilometer weer, en kiezen dan ook (vaak) voor een ander vervolg van de route dan ze van plan waren. Ze
passen zich steeds weer aan aan de omstandigheden. Het is maar de vraag wat nou de beste manier is.

Ik weet, de vergelijking lijkt mank te gaan: de tomtomrijder wil gewoon naar zijn doel, de knooppuntenfietser wil
alleen maar lekker fietsen.
Maar dat is in de politiek ook zo: je hebt mensen met idealen en dromen, en je hebt pragmatische kiezers. De
ene groep heeft een beeld van waar het met de samenleving naar toe zou moeten, de andere is tevreden als
hij zijn natje droogje krijgt, zijn brood en zijn spelen.
En daarbij vind ik het verbazingwekkend dat het, ook dit keer weer, lijkt alsof we geen idealisten meer hebben.
We stemmen strategisch, om te voorkomen dat andermans idealen zouden winnen, en verloochenen daarmee
onze eigen dromen.
Het klopt, ik ga wat kort door de bocht. Het ligt vast genuanceerder, zoals onherroepelijk onze twee grootste
partijen hun denkbeelden behoorlijk zullen moeten nuanceren om het samen eens te worden.

O ja: in Friesland fietsten we heel makkelijk van ons onderkomen naar de stad, maar om vanuit die stad op de
terugweg dan het eerstvolgende richtingbordje van onze knooppuntenroute weer te vinden was een stuk
lastiger.
Een goede kaart, een kompas, weten waar je mee bezig bent en waar je naar toe wil, het is allemaal van belang
om de juiste koers, zowel nu, op de heenweg als dus ook straks, op de terugweg, te kunnen vinden.

Kees Steketee

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN