artikelen
Sterren
(10 december 2011)
Ik heb het op deze plaats al eens vaker over het maaiveld gehad. Dat niveau
waarboven we liever niet te veel mensen zien uitsteken. Maar aangezien dat
al
weer jaren geleden is, en het onderwerp weer tamelijk actueel is, voel ik
me
niet bezwaard om er nog eens over te spreken.
Ivo Niehe was in het nieuws. Hij
had een voorstelling gemaakt die hij in Parijs speelde, volledig in het
Frans,
en het ging vooral over Yves Montand. Pauw en Witteman zouden hem de dag erna
in hun
programma ontvangen en spraken hem alvast telefonisch, direct na de
voorstelling. Niehe was laaiend
enthousiast over de manier waarop de avond was
verlopen en het succes dat zijn voorstelling in Parijs,
over een Fransman, met
1800 Fransen in de zaal, had gehad. Nog vol adrenaline vertelde hij er over
zoals een kind vertelt over een fantastisch verjaarsfeest. “Wat ging het
geweldig allemaal!” Het leek op
Nebukadnezar: Is dit niet het Babylon dat ik
gebouwd heb!
Bescheiden
Probleem was, althans dat bleek
uit de reacties later, dat men hem maar een eigenwijze jongen vond.
Toegegeven, Ivo Niehe is niet iemand die zichzelf gauw zal weggooien (“Dat
moet je ook niet doen,
dat doen anderen wel voor je,” zei een ouwe dominee
altijd tegen mij) maar om het een artiest nou
kwalijk te nemen dat hij
enthousiast en apetrots is op zijn succes gaat volgens mij ook wel een beetje
ver. Naar aanleiding van de reacties zegde hij zijn verschijnen in Pauw en
Witteman zelfs af. Toen hij
een tijdje later alsnog in de uitzending kwam
putte hij zich uit in excuses: “Ik had het niet zo mogen
zeggen, ik had me
niet zo op de borst moeten slaan,” en zo ging het maar door. Zijn
bescheidenheid
was haast pijnlijk om aan te zien.
En dat allemaal omdat wij, het publiek, het altijd zo mooi vinden als iemand,
ondanks zijn succes, zo
gewoon is gebleven. Als prinses Maxima ergens op
bezoek gaat zijn de reacties altijd in de trant van
“het was zo ongedwongen,
ze deed zo normaal”, maar een prinses is niet normaal. Een prinses is een
prinses. Zeker Maxima!
Nog zo iemand die boven het maaiveld uitsteekt.
Johan Cruijff. Als voetballer
was hij, zo vinden velen,
niet te evenaren. Zijn spelinzicht en techniek
stonden
op een eenzaam niveau. Toen hij, uit wrok, in de
nadagen van zijn
carrière de overstap maakte van
Ajax naar Feyenoord werd hij bijna letterlijk,
mede
dankzij zijn initialen, JC, als een verlosser
binnengehaald.
Niet bepaald
bescheiden
En hij zorgde er haast persoonlijk
voor dat
Feyenoord in dat jaar landskampioen werd.
Daartoe had hij, niet
bepaald bescheiden, geregeld
dat hij naast zijn salaris ook de meeropbrengst
van
de kaartverkoop die ongetwijfeld zou ontstaan door
zijn plaats in het
elftal, zou opstrijken. Hij en Feyenoord
voeren er wel bij.
Momenteel is hij weer haast dagelijks in het nieuws.
Via onnavolgbare
organisatiestructuren is het de bedoeling dat Ajax weer mee gaat doen op
Europees topniveau (ze spelen trouwens nu al verder in de Champions League, na
de winterstop, dus
wat is het probleem eigenlijk?) en daartoe is Cruijff
toegetreden tot de Raad van Commissarissen (we
hebben het over een
voetbalclub...), en heeft hij geprobeerd gelijkgestemde ex-voetballers in
leidinggevende posities te manoeuvreren. Dat leek aardig gelukt totdat zijn
collega commissarissen
opeens met Louis van Gaal op de proppen kwamen, min of
meer de aartsvijand van Cruijff. De rapen
zijn gaar.
Je zou kunnen zeggen dat wat Ivo Niehe teveel had aan, al dan niet gespeelde,
bescheidenheid (in zijn
optreden bij Pauw en Witteman) Cruijff te weinig
heeft. Hij denkt echt langzamerhand zelf ook dat hij de
verlosser is die als
enige weet hoe het allemaal moet.
Sterke benen
Waar wil ik naar toe?
Naar de constatering dat het sterke benen zijn die de weelde kunnen dragen.
In Italië was Berlusconi een uitstekend voorbeeld van iemand die die benen
niet heeft! Als iedereen in
je omgeving constant roept dat je geweldig bent ga
je dat zelf ook geloven. En best mogelijk dat je ook
best erg goed bent in
datgene waarmee je bezig bent. Maar jezelf als norm aller dingen verklaren
gaat wel heel ver.
Maar hoe zit het dan met dat maaiveld, waarvan we altijd vinden dat mensen er
niet bovenuit mogen
steken?
Als iedereen in je omgeving steeds maar probeert om je met beide benen op de
grond te houden, je
steeds maar voorhoudt dat je echt niet moet denken dat je
iets bijzonders bent, kan dat verlammend
en frustrerend werken.
Zie maar eens om daar als mens een mooi midden tussen te vinden: enthousiast
je best doen om het
allemaal zo goed mogelijk te regelen, en jezelf daarvoor
af en toe flink te complimenteren, zonder dat
men van je vindt dat je
eigenwijs bent. Dat je je kop boven het maaiveld uitsteekt.
Als er niet af en toe zo’n eigenwijs figuur zou opstaan die zich daar niks van
zou aantrekken, en die wél
zorgt dat hij een geweldige ster wordt, en daar ook
nog eens trots op is, zou ons land bestaan uit één
grote grijze gemiddelde
massa.
De vraag is of dat een ideale situatie is. Juist degenen die boven de
middelmaat uitsteken kunnen
ervoor zorgen dat er mooie dingen gebeuren, dat we
problemen als de economische crisis
aankunnen.
Op de een of andere manier hebben we steeds weer sterren nodig.
Maar op de een of andere manier vinden we ook weer dat ze vooral niet te
helder moeten gaat stralen. Doe het maar eens goed als ster...
Kees Steketee