artikelen
   

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN

Het blij vooruitzicht dat mij streelt
(18 juli 2009)

Bezit van de zaak, eind van het vermaak.
Een uitdrukking die ik nog wel eens hoorde. Er was iets wat je
vreselijk graag wilde hebben, of doen, en als het eindelijk zover
was was het plezier er al gauw weer van af. Of het nou ging om dat
ene autootje, het meedoen aan een of ander feest, een echt
achteruitkijkspiegeltje op de fiets, die ene langspeelplaat… je was
al snel gewend aan de luxe.
En nog. Soms koop ik een cd die ik ooit als elpee al had. Wat moet
dat fantastisch zijn, om die na een jaar of twintig weer te kunnen
beluisteren.
Maar als je de cd dan, thuisgekomen, in de speler stopt en gaat
luisteren, kun je je nauwelijks voorstellen dat het al weer zo lang
geleden is. Hij klinkt net als de elpee ooit. De sensatie is een stuk
minder groot dat je gedacht had.

En je ziet weken uit naar de uitslag van je HAVO-examen, het wordt met de dag
spannender. De uitslag komt, je bent geslaagd, en een dag later vind je het al weer niet
meer dan vanzelfsprekend dat je dat diploma gehaald hebt.
Omdat regeren vooruit zien is zit ik dit artikel te schrijven op 18 juni, inderdaad de dag
dat de uitslag van dat examen bekend wordt. U die dit leest zit al ver in juli. Het is
vakantie.
Ook met de vakantie kan het zo zijn dat je daar ontzettend naar uit ziet. Heerlijk om een
paar weken niets te hoeven. Je hebt een heleboel voorpret, maar als je eenmaal voor je
tentje zit verlang je soms stiekem toch weer naar huis. Naar je werk, je collega’s en de
regelmaat van het dagelijks leven.

Toekomst
Ook als we het over de verdere toekomst hebben, hebben we soms te maken met
beelden en vooruitzichten waar we ons op verheugen.
Je weet niet wat je allemaal te wachten staat, en dat is misschien maar goed ook. En wat
er gebeurt als het hier op aarde allemaal afgelopen zal zijn, weten we al helemaal niet.
In de kerk horen we over het Koninkrijk Gods. De hemel. Daar gaan we ooit naar toe.
Tenminste, daar gaan we dan voor het gemak maar van uit. Als kind was ik daar nog
niet zo zeker van. Ik hoorde, vooral op de christelijke lagere school, die behoorlijk zwaar
in de leer was, en waar de gereformeerde gemeente en de oud-gereformeerde kerk zo’n
beetje de norm waren, over zonde en schuld en dat je je netjes moest gedragen en dat
je anders gestraft werd. En dat je dan zou eindigen in de hel, daar waar geween is en
tandengeknars.
Tegenwoordig hebben we het niet meer zo vaak over de hel. Dat klinkt zo eng. We
praten liever over het dodenrijk, maar ik heb het idee dat zelfs dat al niet meer aan de
orde is. Je krijgt de indruk dat niemand meer echt bang is dat hij daar zal eindigen.
Aan de andere kant is het ook de vraag waar en wat dat Koninkrijk Gods is. Er zijn ook
lieden die het vreedzaam en gelovig op deze aarde samenleven als een soort
Koninkrijk Gods beschouwen. Misschien is dat wel de hemel op aarde.
Want wat moet ik me bij de hemel voorstellen? En waar is die?
“Als daar geen trombones zijn hoef ik daar niet heen,” sprak een trombonespelende
vriend van me ooit.
Mijn vader zag erg op tegen het eeuwig juichen voor Gods troon.
Het leek hem nogal lang te gaan duren. Zeker toen hem het zingen, op latere leeftijd,
niet meer echt wou lukken. Maar hij vertrouwde er ook op dat in de hemel alles mooi
zou zijn. Dan kon je wél weer zingen, had je geen lichamelijke klachten meer, en was er
niets meer waar je onder leed.
Ik zeg dit niet allemaal (dat wordt wél gauw gedacht) om leuk te zijn.
Het zijn serieuze vragen.
Wat brengt de toekomst, en waar baseren we onze verwachtingen op?

Verwachting
Advent is ook zo’n tijd van verwachting, en uitzien naar iets dat komen gaat, net als de
lijdenstijd. De ervaring leert dat zo’n tijd van uitzien vaak (in ieder geval door
ondergetekende) als mooier wordt ervaren dan het moment waarnaar wordt uitgezien
zelf. Ik geniet meer van de Advent en de lijdenstijd dan van Kerst en Pasen zal ik maar
zeggen.
En datzelfde heb ik bijvoorbeeld met de lente. Als alles weer voorzichtig groen wordt, de
heg weer tot leven komt en het gras weer gaat groeien. Eigenlijk vind ik het een
mooiere tijd dan de zomer, waarin alles uitbundig groen is, het gras soms twee keer per
week moet worden gemaaid, en ook het onkruid tussen de tegels dat ik er uit heb
verwijderd net zo hard weer omhoog schiet.
Het leven in de verwachting is haast mooier dan de vervulling van de verwachting. Net
zoals het bezit van die zaak die het eind van het vermaak betekende.

Intussen is, terwijl ik dit schrijf, de nabije toekomst
dat de vakantie er aan komt, en, terwijl u dit leest,
dat die al weer zo’n beetje voorbij zou kunnen zijn.
Het loopt al weer tegen augustus.
Hoe het ook zij, wat u ook te wachten staat, ik wens
u daarbij alle goeds toe. En in ieder geval, met
Psalm 17, een blij vooruitzicht dat u streelt…
Maar tenslotte: Misschien is het wel beter om niet
bij vooruitzichten te leven, te dromen van dingen
die ooit zullen gebeuren, (“Straks, als ik met pensioen
ben…”) maar om van het heden iets moois te maken.
Ook dáárbij wens ik u alle goeds!

Kees Steketee

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN