artikelen
> STARTPAGINA
> ARTIKELEN
Boekbespreking:
(29 november 2008)
Barend
Schuurman:
Albert Schweitzer over Johann Sebastian Bach
Uitgeverij Skandalon,
Vught, 2008; 256 blz.
Er
zijn mensen die alles over hem willen lezen, alles over hem willen
hebben, en
al zijn muziek in de platenkast willen hebben staan, liefst ook
nog in zoveel
mogelijk verschillende uitvoeringen. Ik heb het over
Johann
Sebastian Bach,
voor velen de grootste componist aller tijden, door
sommigen zelfs betiteld
als de vijfde evangelist. Alles te willen hebben is
een ijdel streven, want
alleen over de Matthäus
Passion zijn al ontelbare
publicaties verschenen. De jaren 1985 en 2000
waren wat dat betreft
topjaren, respectievelijk zijn 300e
geboortejaar en zijn 250e sterfjaar. Het
eerstvolgende Bachjaar zal
pas weer 2035 zijn, 350 jaar na zijn geboorte…
Toch blijkt ook 2008 een soort jubileumjaar: het is dit jaar precies een eeuw
geleden dat Albert Schweitzer
zijn Bachbiografie publiceerde.
Voor
Barend Schuurman een mooie aanleiding een boek te schrijven over dat
Bachboek van Schweitzer.
Ik was ooit in een bekende tweedehands
boekhandel,
kort nadat daar de bibliotheek van een overleden
Bachliefhebber
was bezorgd. Schweitzers
boek kon ik voor een habbekrats mee naar huis
nemen. Een lijvig werk met mooie gotische letters. Alleen die letters al
noopten
meer tot studeren dan tot lekker lezen.
Dat geldt eigenlijk ook voor het boek van Schuurman. Je leest het niet even
lekker weg. De vele Duitse citaten zijn niet vertaald. (De Franse gelukkig
wel!)
Zo’n werk leg ik dan graag voor me op tafel, maar
dat valt niet mee: het boek wil
niet open blijven liggen, zelfs niet na
toepassing van enig geweld...
Schweitzer
Albert
Schweitzer (1875-1965)
was een bijzonder mens. En dan druk ik me voorzichtig uit. Hij
studeerde
theologie, filosofie en geneeskunde, en promoveerde ook drie maal. Daarnaast
was hij
musicus, hij volgde orgellessen bij Widor, en gaf concerten. En hij
publiceerde wetenschappelijke
werken, zoals zijn beroemde Geschichte der
Leben-Jesu-Forschung (1913) en Die Mystik des
Apostels Paulus
(1930) en op het gebied van de muziek zijn boek over Bach, in 1905 in het
Frans en
later, in 1908, opnieuw en herzien uitgegeven, nu in het Duits.
Vele jaren van zijn leven bracht hij door in Lambarene als arts. Zijn grootste
bekendheid, als symbool
van humaniteit, heeft hij daaraan te danken. (Als
jongen van een jaar of tien had ik een speciaal voor
kinderen geschreven
biografie van hem.)
In 1954 ontving hij de Nobelprijs voor de vrede.
Schuurman
Na de inleidende hoofdstukken (in
het boek van Schuurman) wordt langzamerhand duidelijk waar hij
naar toe wil.
Het gaat om het verschil in benadering in de muziek van Bach, en dan met name
de
verhouding woord-toon. Spitta (1841-1894), een andere beroemde Bachbiograaf,
ging er, in
tegenstelling tot Schweitzer, van uit dat Bachs hart bij de
instrumentale muziek lag. Die discussie
wordt vandaag de dag nog gevoerd: “Hoe
kan Bach de tekst voorop gesteld hebben als hij
verschillende teksten op
dezelfde noten laat klinken?”
Schuurman heeft het over esthetiek, en over de 19e eeuwse
controverse tussen moderne kunst
(programmamuziek) en klassieke kunst
(absolute muziek). Daarin lijkt ook de tegenstelling Spitta –
Schweitzer zijn
oorsprong te vinden, maar volgens Schuurman zit die (ook) “in het verschil in
beider
relatie met het instituut kerk”. (blz. 83)
Het gaat in Schweitzers Bachboek regelmatig over Wagner. Hem gebruikt
Schweitzer als criterium bij
zijn zoektocht naar de relatie woord en toon bij
Bach. Schweitzer beschouwt Wagner als een absolute
grootheid. Het is opvallend
dat hij nauwelijks commentaar op Wagner heeft maar des te meer op
Bach…
Waarom
Over een mens als Schweitzer is veel te
zeggen. Toch vraag je je af wat de reden is van
een boek
over een boek.
Al lezend wordt dat wel min of meer
duidelijk, en het staat ook op de achterkant van het boek: "Omdat
de visie van Schweitzer nog steeds actueel is wil Schuurman het Bachboek van Schweitzer
opnieuw
onder de aandacht brengen."
En dan realiseer je je
ook dat er in honderd jaar veel gebeurd is. Als het gaat over
Richard Wagner
fronsen
we tegenwoordig de wenkbrauwen. Was dat niet die componist waar
Hitler zo van hield? Wij
bekijken hem daardoor met
enig wantrouwen. Maar voor Schweitzer was
Wagner een componist, een
tijdgenoot, wiens
“Tannhäuser” op hem, als 16-jarige jongen, een aangrijpende indruk maakte. De
naam Wagner valt in Schweitzers Bachboek overigens nog voordat de naam Bach
wordt genoemd…
Schuurman concludeert ook dat
Schweitzer “zijn tijd ver vooruit is” uit
hetgeen hij bij hem leest. Als ik
dergelijke zinnen zie bekruipt me
altijd het gevoel dat wij als mensen de neiging hebben te
veronderstellen dat
we onszelf op het hoogtepunt van het menszijn
bevinden. Alles wat voor ons is
bedacht en beschreven is van een mindere
kwaliteit, tenzij het dat niet is: dan zeggen we dat het zijn
tijd ver vooruit
is.
Ik ben zo vrij er van uit te gaan dat
Bach zelf het beste wist hoe zijn muziek diende te
worden
uitgevoerd. Hijzelf was zijn tijd, en niet eens alleen daardoor!,
misschien nog wel het meest ver vooruit.
Maar ondanks mijn kanttekeningen: Over hem lezen blijft, voor de liefhebber,
altijd interessant!
Mensen die alles van
Bach willen hebben zullen het boek al wel hebben aangeschaft. Ook voor
anderen kan het boeiend zijn er kennis van te nemen.
Maar, zoals gezegd, het is niet bepaald lichte kost…