artikelen
Wij moeten nog…
(16 augusfus 2008)
“En, zijn jullie al met
vakantie geweest?”
De vraag, een paar weken geleden, klonk belangstellend.
Enthousiast vertelden we over ons weekend Berlijn.
“Wij moeten nog…” antwoordde de jongen met het vooruitzicht op een paar weken
Italië.
Het klonk wat lijdzaam, maar zo bedoelde hij het niet eens geloof ik.
Ik vroeg hem daarnaar. Of hij vakantie leuk vond.
Ja hoor, hij had “er best zin in”, zei hij, waarbij ik weer dacht dat “best
zin in” heel iets anders
is dan er naar uitzien…
Vakantie is een
verworvenheid. Ik kan me herinneren dat we in mijn jeugd veertien dagen in een
zomerhuisje doorbrachten in Haamstede, een dik half uur rijden van ons huis.
Ik meen dat pa wel
eens twee keer heen en weer is gereden om mensen en bagage
in de lelijke eend over te brengen.
Later werd het wat luxueuzer en verbleven
we twee weken in Hellevoetsluis. Ook Ommen en
Doornspijk behoorden tot onze
vakantiedoelen. Het ging in de frequentie van zo ongeveer eens in
de twee
jaar.
In mijn klas op de lagere school ging lang niet iedereen met vakantie.
Sommigen gingen nooit.
Eén jongen wel. Die ging in die tijd met zijn ouders al
naar Oostenrijk. Hij had dan ook rijke ouders.
Nog langer geleden had helemaal niemand vakantie. Zes dagen werken en ’s
zondags vrij. Dat was
het. Niet raar dat je dan in de kerk in slaap valt…
Opmerkingen als “Ik ben echt aan vakantie toe…”
hoorde je in die tijd
waarschijnlijk ook nooit.
Ontspannen
Tegenwoordig gaat iedereen
met vakantie.
Het lijkt naast een verworvenheid inderdaad
haast een verplichting. (Daardoor ook zat deze
zomer Amsterdam een poosje helemaal
zonder
stadsbestuur.
Iedereen was hem gesmeerd!) En als je niet vér
weg gaat
telt het niet.
Godfried Bomans omschreef vakantiegangers
al als mensen die op reis gaan om
ergens geweest
te zijn. Niet het ergens verblijven is het doel, maar
het
ergens op terug kunnen kijken.
Hij zou best wel eens gelijk kunnen hebben.
Het doel van vakantie is volgens mij ook niet om zo lang en zo ver mogelijk
weg te zijn. Het gaat er
om dat we uitrusten (voor de een is dat vooral
lichamelijk, voor heel veel mensen denk ik met name
geestelijk) van de
inspanningen van het afgelopen jaar.
Afstand nemen, de tijd nemen om eens helemaal niks te doen, de tijd nemen om
eens na te
denken, om eens uit te slapen, om dingen te doen waaraan je in een
normale werkweek niet
toekomt. Dingen waarvan de charme ook zit in de
uitzonderlijkheid: uitslapen is leuk als het af en
toe kan, en nietsdoen ook.
Dat nietsdoen vind ik trouwens nog wel een probleem: als Calvinist vind ik het
moeilijk om gewoon
‘niets’ te doen. Aan het strand zitten met een boek hou ik
twee dagen vol, maar dan moet er wel weer
wat gebeuren.
Lekker rondkijken in de omgeving, mooie kerken bekijken, als het kan een
dienst meemaken, een
concert, in ieder geval iets ‘doen’ met ook je vrije
tijd.
Met dat doel is vast ook de ‘doe-vakantie’ uitgevonden, hoewel ik in dat woord
weer een enorme
contradictio zie.
Het schijnt dat vakantie ook een mooie testcase voor je relatie is: een paar
weken met je geliefde in
een klein tentje dat je ook nog samen hebt opgezet,
misschien wel in de regen, op een plekje waar
je liever niet had gestaan, het
kan een behoorlijke stress opleveren…
Het is dan maar de vraag of je daarna uitgerust en ontspannen aan het nieuwe
jaar kunt beginnen.
Een nieuw jaar
Ongemerkt heb ik het over
‘het nieuwe jaar’.
Volgens de kalender begint dat op 1 januari 2009.
Het kerkelijk jaar begint vier weken voor de Kerst met de eerste
Adventszondag. Ik heb eerlijk
gezegd niet het idee dat er ook maar iemand is
die die zondag ervaart als het begin van een
nieuwe periode. Zelfs niet als we
de week daaraan voorafgaand de overledenen van het afgelopen
jaar hebben
herdacht. Het is ook niet voor niets dat in veel kerken die herdenking
plaatsvindt in de
dienst op 31 december. Want die dag beleven we als een
keerpunt: het oude jaar is voorbij, het
nieuwe begint morgen.
En de Startzondag vieren we ook nooit op de Eerste Advent. Nee, het nieuwe
seizoen in de kerk
start in de loop van september, min of meer afhankelijk van
wanneer het iedereen het beste
uitkomt.
Toch, het zal na het voorgaande geen verbazing wekken, is er geen ander moment
in het jaar dat ik
zozeer als een echt keerpunt ervaar als het moment waarop
de vakanties zijn afgelopen, de
scholen weer beginnen en ook zaken als
bijvoorbeeld voetbaltrainingen weer losbarsten, elk jaar
ergens in augustus.
Deze week is het voor
vrijwel iedereen weer zo ver.
We beginnen weer. Voor de één is het een ‘moeten’, voor de ander een ‘mogen’.
Hoewel iets wat
‘moet’ toch een heel ander gevoel geeft dan iets wat ‘mag’.
Misschien had die jongen uit het begin wel gelijk: als je je vakantie ervaart
als een ‘moeten’ en de
rest van het jaar als ‘mogen’ ben je eigenlijk een te
benijden persoon: Dan heb je het in ieder geval
het grootste deel van het jaar
naar je zin!
Maar ook mensen voor wie dat niet geldt wens ik weer een mooie werkzame
periode toe met, indien
nodig en gewenst, daarbij veel sterkte.
Een gelukkig nieuwjaar!
Kees Steketee