artikelen
Christen zijn een privé
zaak…?
(21 juni 2008)
“Het bijzonder algemeen
vormend lager onderwijs, dat aan de bij de wet te
stellen voorwaarden voldoet,
wordt naar dezelfde maatstaf als het
openbaar onderwijs uit de openbare kas
bekostigd. De wet stelt de
voorwaarden vast, waarop voor het bijzonder
algemeen vormend
middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs bijdragen uit de
openbare
kas worden verleend.” (Grondwet, artikel 23, lid 7)
Het was in 1917 dat de
schoolstrijd ten einde kwam. Openbare en bijzondere (lees: christelijke)
scholen werden financieel gelijkgesteld, en dat werd in artikel 23 van de
Grondwet ook nog
vastgelegd.
Een van de hoofdrolspelers in de strijd was de Anti Revolutionaire Partij, in
1879 opgericht met als
belangrijkste strijdpunt die gelijkstelling van het
onderwijs.
De ARP vierde nog net zijn eeuwfeest maar ging in 1980 (met KVP en CHU) op in
het CDA, een
partij die zijn inspiratie haalt uit het christelijk geloof, net
als de SGP (opgericht in 1918) en de
ChristenUnie (ontstaan uit een fusie van
RPF en GPV in 2000).
De vraag hoe die
inspiratie vorm krijgt wordt door de verschillende partijen niet eensluidend
beantwoord, en varieert van een soort van tolerantie (leven en laten leven)
tot aan de mening dat de
regering het land moet besturen als een verlengstuk
van onze Schepper, de zogeheten theocratie.
Het zal geen verbazing wekken dat het CDA het meest ruimdenkend is en dat de
SGP het ideaal
van de theocratie omarmt.
Tolerantie
De meeste mensen, althans
de mensen die ik tegenkom, beschouwen tolerantie als een normale
en
aanbevelenswaardige zaak. “Wie ben ik dat ik mijn mening aan anderen zal
opdringen?”
Dat klinkt ook heel logisch, zeker in het geval van een mening die we als
subjectief zouden kunnen
kenschetsen. In objectieve zaken, bijvoorbeeld over
de vraag wat het antwoord is op de som 12 +
12, wordt het al wat lastiger
tolerant te zijn. Mensen die als uitkomst van de som 25 hanteren zullen
we
doorgaans terecht wijzen: dat klopt niet, u bent abuis!
Voor wie echt overtuigd is van zijn geloof, voor wie zeker weet dat God de
aarde schiep en Christus
voor zijn zonden aan het kruis hing, is het schier
onmogelijk te accepteren dat de buurman die
zekerheid niet heeft. Tolerantie
zou voor zo’n overtuigd christen niet anders zijn dan
onverschilligheid, en
dat is nou juist weer het laatste wat hij zou moeten zijn: onverschillig. De
opdracht aan elke christen is immers om het evangelie te verkondigen! (Matteüs
28, 16-20.) En dat
impliceert dus zeker niet een houding van “Wat maakt het
mij uit wat je denkt en gelooft, zolang je
mij maar niet in de weg loopt…”
Islam
Het was opvallend hoe mild
SGP-leider Van der Vlies op de film van Wilders
reageerde. Natuurlijk had hij
kritiek op de ‘van-dik-hout-zaagt-men-planken’ manier
van de zaak aan de orde
stellen. Maar Van der Vlies deelt met Wilders, zij het op
andere gronden, een
zekere angst voor de Islam.
Voor Wilders is de Islam en zijn cultuur een bedreiging, voor Van der Vlies is
het
een foute godsdienst. In het licht van het voorgaande is dat ook logisch:
Van der
Vlies weet zeker dat zijn eigen geloofsovertuiging de juiste is, net
zoals
fundamentalistische moslims dat van de hunne weten. Echter met dit
verschil: Van
der Vlies pleegt geen aanslagen op andersdenkenden. Maar
onverschillig of
tolerant blijven ten opzichte van andere godsdiensten kan hij
eigenlijk ook niet….
De zware gereformeerden zijn ook niet voor niets altijd het meest anti-rooms
geweest.
En nou we het toch over Wilders en zijn film tegen de Islam hebben: Rouvoet
sloeg de spijker op
zijn kop toen hij zich er over verbaasde dat we ons wel
druk maken om moskeeën die gebouwd
worden, maar niet om al die kerken die
dicht gaan. Al past dat natuurlijk wel heel mooi in het beeld
dat
niet-christelijke politici graag oproepen van religie als privé zaak, iets
voor achter de voordeur.
Als je geloof echt belangrijk voor je is, is dat niet iets voor achter de
voordeur, niet een hobby voor
thuis of voor alleen de zondagmorgen.
Dan is dat een uitgangspunt voor alles wat je doet. Ook je politieke handelen.
En dan wil je graag dat er de mogelijkheid is dat je kinderen naar scholen
gaan waar dat
uitgangspunt ook gehanteerd wordt.
Overtuiging
De gelijkstelling van
openbaar en bijzonder onderwijs is een groot goed. Hier en daar wordt er aan
getornd. Men stelt dan dat ouders hun kinderen zelf christelijk dienen op te
voeden. Ik ben de
laatste om dat tegen te spreken.
Maar als je je diepe geloofsovertuiging aan je kinderen wilt doorgeven en
vervolgens met onderwijs
geconfronteerd wordt waar die overtuiging (in de
lessen wereldbeschouwingen) wordt afgedaan als
niet meer dan één van de vele
interessante zienswijzen krijg je toch het idee dat je opvoeding wordt
gefrustreerd.
Het lijkt een beetje op die vader die ontzettend zijn best doet zijn kinderen
netjes met mes en vork
te leren eten, terwijl op school de lunch rustig met de
handen mag worden genuttigd. Het paard
achter de wagen spannen noem je zoiets.
En als je overtuigd bent van het antwoord op de vraag hoeveel de som van 12 +
12 is, wil je ook niet
dat op school wordt geaccepteerd dat daar andere
getallen dan 24 mogen worden ingevuld.
Eigenlijk, zo zou
mijn conclusie moeten luiden, zijn we des te toleranter naarmate we minder
overtuigd christen zijn.
Waarmee ik niet wil zeggen dat ik blij ben met die conclusie.
Ik hou me aanbevolen voor een sympathiekere uitkomst….
Kees Steketee
> STARTPAGINA
> ARTIKELEN