artikelen
Veertig jaar orgelconcerten in Farmsum
(24 mei 2008)
Het
was in 1968, om precies te
zijn, op 25 mei van dat jaar, dat
de orgelcommissie Farmsum
zijn eerste orgelconcert
organiseerde.
Jaap Zwart, zoon van de
welbekende Jan Zwart, was de
concertgever.
De orgelcommissie was in 1967
opgericht, op initiatief van de
heren Zijlstra, Wieske en Pol.
De twee laatstgenoemden
maken nog steeds deel uit van
de club.
Op de mooie website
van Farmsum (www.lohmanorgelfarmsum.nl)
staat een lezenswaardig verhaal
met anekdotes uit de afgelopen 40 jaar van de
hand van de huidige secretaris, de heer Veentjer.
Hij vertelt over het
enthousiasme van Albert de Klerk en over het concert van Janny de Vries, dat
halverwege het eerste stuk moest worden onderbroken omdat er een toets afbrak,
die, zelfs met
secondenlijm, niet op korte termijn bleek te repareren. Dat
verhaal lezen we ook in het orgelblad De
Orgelvriend.
Janny de Vries kreeg een jaar later een nieuwe kans.
Jubileum
Dit jaar is het dus veertig jaar
geleden dat de commissie begon. Voor het jubileumconcert had men
het oog laten
vallen op weer een Jaap Zwart, zoon van de man die in 1968 de serie opende.
Op de website staat, een kleine week vóór het concert, nog niet het programma
vermeld dat Zwart
gaat spelen. Enerzijds jammer, anderzijds ook wel weer mooi:
nu kan ik me als luisteraar laten
verrassen en kan ik niet, wat me ook wel
eens gebeurt bij het vooraf lezen van het programma,
besluiten om maar niet te
gaan luisteren omdat het te spelen repertoire me niet zou aanspreken…
Organisten slagen er van tijd tot tijd wonderwel in (en ik spreek zeker niet
alleen namens mezelf,
maar namens veel liefhebbers) programma’s samen te
stellen die vast zeer interessant zijn maar
voor de luisteraar soms niet om
door te komen.
Een bijkomend probleem is natuurlijk ook dat je bij een orgelconcert niks
ziet: je kijkt naar een
prachtig front, maar daar gebeurt verder helemaal
niets mee. Het is de muziek die het voor de volle
honderd procent met zijn
klank moet doen.
Interessant is in dit verband ook het filmpje dat op de site van Farmsum
staat: je hoort een
koraalbewerking van “Es ist das Heil uns kommen her”, de
cameraman loopt door de deur naar
binnen, maakt close-ups van gedeelten van de
kerk, van het orgel, van ruisende bomen achter het
raam, en je denkt dat je de
organist gaat zien (want ook boven wordt gefilmd!) maar dat blijkt dan
toch
niet het geval. De geluidsopname was er al, en de beelden zijn er bij gemaakt.
De muziek
overigens werd, hoe kan het ook anders, gespeeld door dezelfde Jaap
Zwart.
Stromingen
In de orgelwereld heb je nog
altijd verschillende stromingen. Er zijn organisten die zich mogen
verheugen
in een enorme populariteit bij een bepaalde groep luisteraars, terwijl juist
andere
liefhebbers geen enkele waardering voor de speelwijze van deze musicus
hebben. En van de
organisten die door die andere liefhebbers weer enorm worden
gewaardeerd begrijpt de eerste
groep weer niet wat daar nou zo bijzonder aan
is.
Een fenomeen dat al zo lang bestaat als er organisten zijn.
Je vraagt je af hoe zo’n orgelcommissie daar mee omgaat.
Ik maakte eens een concert mee in de provincie met een organist van een zekere
faam waarvan ik
vond dat hij zijn programma, om het voorzichtig te zeggen, er
wat slordig doorheen werkte. Toen ik
dit een van de commissieleden meldde, zei
die doodleuk dat het het jaar daarvoor nog veel erger
geweest was…
Hoe gaat dat in Farmsum? Is er binnen de club een eensluidend oordeel over wat
goede
organisten zijn en wat niet?
Veentjer: “Kwaliteit is het criterium.”
En hij vindt het niet nodig om daarvoor per definitie ver te zoeken. “Onze
eigen provincie heeft veel
goede organisten: Stef Tuinstra komt spelen, Sietze
de Vries, Erwin Wiersinga, Peter Westerbrink,
noem ze allemaal maar op…” Hij
is zelfs zo vriendelijk ook de naam van uw scribent in het rijtje op
te nemen.
En een bijkomend voordeel van organisten uit de regio zijn de relatief lage
reiskosten!
Maar
organisten die door commissies niet worden uitgenodigd, in het hele land
gebeurt dat, huren
gewoon zelf de kerk af (kerkvoogdijen hebben daar doorgaans
niks op tegen!) en geven alsnog hun
concert. Veentjer verhaalt van lieden die
zich gedragen als psalmenpompen en ooit ving hij de
term “orgelporno” op na
een concert van zo’n landelijk bekende organist. Dergelijke figuren (én de
kerkvoogdij) frustreren de commissie die met een zorgvuldig beleid een goed
programma wil
neerzetten.
Maar
de bezoekersaantallen dan? Hoe gaat het daarmee?
Veentjer vindt dat Farmsum niks te klagen heeft. “Er zijn wel eens concerten
met een minimale
bezetting, zoals overal, maar doorgaans hebben we een
redelijk aantal bezoekers. Soms 50, 60, bij
het concert van Pieter Pilon met
de Kerst waren er 150.
17 mei 2008
Op 17 mei gaf Jaap Zwart, als
gezegd, het jubileumconcert. Hij deed dat, zo bleek bovendien, ook
nog eens op
zijn eigen verjaardag.
De orgelcommissie had er een mooi feest van gemaakt en veel uitnodigingen
verstuurd. De kerk
was dan ook goed gevuld. En De Orgelvriend had voldoende
exemplaren van het nummer over
Farmsum geleverd om uitbundig aan de bezoekers
te kunnen uitdelen.
En Zwart had een uitdagend, interessant én boeiend programma samengesteld.
Hij opende met een mooie Preludium en Fuga van Albert de Klerk.
Vervolgens een koraalbewerking van Jacob Bijster, “Meester men zoekt u wijd en
zijd”. Het was
Bijsters laatste werk en Zwart speelde het bijzonder mooi.
Na de Toccata en fuga in a van Max Reger moest er noodgedwongen even
gepauzeerd worden
want de slotnoot a bleef enthousiast doorklinken toen het
stuk al uit was. Met vereende krachten
wisten commissieleden Pol en Wieske,
orgelkenner Molenaar en orgelbouwer Veldkamp de zaak
te repareren.
Vervolgens speelde Zwart (“omdat het feest is!”) het Grande Pièce Symphonique
van César Franck.
Er was geen pauze, maar wel een moment waarop Dirk Molenaar (organist,
orgelkenner én
redacteur van De Orgelvriend) het een en ander vertelde over
Lohman en het orgel. Hij deed dat op
de hem eigen wijze: met kennis van zaken
en met de nodige dosis droge orgelhumor. Het werd een
interessant, leerzaam,
en hier en daar tamelijk gedetailleerd verhaal. Het bleek nog een heel
gedoe
geweest te zijn voordat het orgel daadwerkelijk gebouwd was geworden.
Toen was het weer de beurt aan Zwart. Hij improviseerde nog op de bruikbare
letters van ‘Lohman
Orgel Farmsum’, waaruit hij het thema b-a-g-e-f-a-es
destilleerde.
Het hoogtepunt vond ik Bach: “Schmücke dich, o liebe Seele” klonk terwijl de
hapjes en drankjes
stiekem werden klaargezet, en het slot van het concert werd
gevormd door de Fantasie en fuga in g.
Gedreven en boeiend nam Zwart ons daarin mee.
Het was een mooi concert, niet alleen dankzij de organist, maar ook dankzij
het orgel, of misschien
wel ondanks het orgel.
Het klonk soms stralend, maar af en toe mankeerde er wel iets aan de
zuiverheid. Het is eigenlijk
toe aan een grote opknapbeurt, misschien wel een
restauratie, van in ieder geval de mechaniek.
Na afloop was er een
drankje en een hapje. Ik trof er, naast vele anderen, de organist van de kerk,
Pieter Pilon. Ik persoonlijk zou het mooi gevonden hebben als hij zelf ons op
zijn orgel door de
veertigjarengrens zou hebben gespeeld.
Als ik wel ben ingelicht moeten we daar minimaal tot de Tweede Kerstdag op
wachten. Pilon
concerteert dan met medewerking van de van oorsprong Delfzijlse
mezzosopraan Anneloes
Volmer
Voor een totaal overzicht van de concerten van dit seizoen verwijs ik graag
nog eens naar de
eerdergenoemde website:
www.lohmanorgelfarmsum.nl.
Het gastenboek op die site snakt trouwens naar gasten…
Kees Steketee