artikelen
> STARTPAGINA
> ARTIKELEN
Een zaterdagmiddag in Kantens
(10 mei 2008)
Het is een mooi dorp, Kantens, met een mooie
kerk en een bijzondere steunbeer.
Martin Sprenger, zanger, organist én preses van
de kerkenraad had me
uitgenodigd om te spelen
in een vesper, op 19 april, als afsluiting van een
ontmoetingsmiddag met ds. Nortier, ooit, van
1950 tot 1958, predikant te
Kantens.
Ik zegde toe er te zijn. Kon ik mooi iets over het
orgel in de kerkbode
schrijven.
Wat Sprenger betreft
mocht ik ook de ontmoetingsmiddag wel verslaan!
Die bestond daaruit dat de dominee haast letterlijk op zijn praatstoel werd
gezet, alwaar hij, op
aangeven van zijn dochter via wat steekwoorden, de ene
anekdote na de andere over zijn gehoor
uitstortte. Dat gehoor bestond voor een
groot deel uit zijn eigen nageslacht. Het leek op die manier
een soort
openbare familiereünie. Veel van de anekdotes waren daardoor wellicht bekend
aan de
luisteraars.
Interessante zaken
Niettemin vertelde hij interessante
zaken over onder andere de kerk en het doopvont, dat dankzij
de inspanningen
van dezelfde Martin Sprenger weer uit het museum is gehaald en teruggeplaatst
in Kantens, weliswaar met het catalogusnummer in viltstift er nog op!
En hij vertelde over het noormannenpoortje: dat zou bewust laag gemaakt zijn
om de noormannen
te dwingen te buigen voor het altaar als ze naar binnen
gingen. Volgens ds. Nortier werd het poortje
steeds lager doordat het kerkhof
om de kerk, door steeds nieuwe graven te delven en de grond over
de omgeving
te verspreiden, steeds hoger werd. Grote flauwekul dus eigenlijk, dat
noormannenpoortjeverhaal!
En hij vertelde over de grafkelder onder het koor en de Agfa Clack waarmee hij
foto’s maakte van
de bende die de Heren van Kantens daarvan gemaakt hadden.
Diezelfde Heren hadden trouwens
van dat doopvont ooit een tuinvaas gemaakt…
En hij had het over een huishoudster die dacht dat Jezus in Bethlehem geboren
was, en dat was
natuurlijk ook zo, maar niet in het Bethlehem nabij Kantens…
En aan het eind concludeerde hij dat de nuchtere Groninger helemaal niet zo
nuchter is.
Ik bleef met de vraag zitten wat nou precies de achterliggende gedachte achter
zo’n middag was.
Gezellig
Maar het was wel gezellig…
We werden welkom geheten met koffie en gebak in Salem, het verenigingsgebouw
van kerkelijk
Kantens. Oude gemeenteleden maakten kennis met de kleinkinderen
van hun vroegere dominee.
En na de anekdotewaterval gingen we weer naar Salem, voor, naar ik verwachtte,
een tweede kop
koffie. Maar er was fris, en er waren hapjes en bier, en ik zag Sprenger de keel smeren met een
jong borreltje. Bach moest er natuurlijk wel
mooi helder uitkomen straks…
Ikzelf probeerde wat inspiratie op te doen door middel van een biertje. Dat
lukte best. De vrouw van
de koster reikte me het aan. Ze kende me nog uit de
tijd dat ik organist was in gereformeerd
Kantens, een dikke dertig jaar
geleden. Ze keek me onderzoekend aan.
“Bist doe Kees Steketee?” riep ze verbaasd, “Wat bist doe ja…” en ze maakte
haar zin niet af. “Oud
geworden”, vulde ik aan. Ja, zo gaat dat.
Toen de vesper met orgelspel begon werd de gezellige receptiesfeer vanuit
Salem nog even
voortgezet in de kerk. Er klonk een Canzona van Johann Jacob
Froberger (1616-1667), maar die
werd niet door iedereen gehoord zal ik maar
zeggen.
En ondergetekende deed nog zo zijn best!
Aan het zingen te oordelen was niet het gehele nageslacht van de predikheer
meer zo kerkelijk
betrokken als hun spraakzame voorvader. Het klonk wat
voorzichtig allemaal.
Maar Martin Sprenger niet. Hij zong met zijn mooie tenor een paar liederen van
Bach. Het klonk
prachtig met het in middentoon gestemde orgel.
En dat dient natuurlijk uitgelegd.
Orgel in middentoonstemming
Wat is dat, middentoon?
We zijn gedegenereerd. Daarom horen we niet meer dat al onze muziek eigenlijk
een beetje vals is.
Het is een ingewikkeld verhaal, maar het komt er op neer
dat we in onze tijd de zwarte toetsen van
orgel en piano dubbel aanwenden. Een
fis gebruiken we ook als ges, een gis als as, enzovoort,
hoewel ze eigenlijk
niet hetzelfde zijn. Een in middentoon gestemd orgel heeft zwarte toetsen die
maar op één manier te gebruiken zijn. Je hebt óf een as, of een gis, maar niet
beide. Het akkoord
van E bijvoorbeeld, met een gis erin, klinkt dan prachtig
zuiver, strakker dan in een gelijkzwevende
stemming, maar akkoorden met een as
er in klinken onbedaarlijk vals, want die as is er helemaal
niet. En de kwint as-es, die dus eigenlijk gis-es is, huilt als een wolf. Hij heet dan ook niet
voor niets
wolfskwint.
In mijn zetting van Psalm 121, thuis aan de piano gewrocht, had ik een
verrassend As-akkoord
gepland. Het was daardoor nóg verrassender dan ik beoogd
had…
Overigens ben je als organist dan wel beperkt in je repertoirekeuze: Bach is
al aan de moderne
kant, en lang niet alle liederen uit het Liedboek zijn
zonder meer te spelen. Dat wordt nog wat met
dat Liedboek 2012!
Mooi
De middag was een mooie
aanleiding om het orgel, waarvan het Rugwerk sinds vorig jaar ook is
gerestaureerd, weer eens te bespelen.
In april 1991 was ik er ook. Ik gaf toen een concert als invaller voor Elly
Kooiman die haar arm
gebroken had. Ik noteerde toen, zo las ik nu nog in het
gastenboek: “O, hoe heerlijk…” Nu, 17 jaar
later, was het een niet minder
heerlijke ervaring, hoewel het voor een lang mens een krappe
bedoening blijft
daar achter de klavieren.
De muur onder het orgel overigens was in gebruik als een soort kerkbreed
prikbord. Best jammer
voor de foto…
Ds. Oosterdijk sprak over Johannes 12 en hij bad Luthers avondgebed. En we
zongen nog Gezang
389, en na de zegen werd de aanwezigen verzocht weer plaats
te nemen, om nog een stukje
Froberger, nu een toccata, te beluisteren. Zijn
consonante akkoorden klonken prachtig, zijn
dissonanten heerlijk wrang.
En iedereen ging weer zitten, en leek te luisteren. In ieder geval was men
stil.
Ik had het idee dat het mooi ging.
Na de vesper wachtte in Salem alweer de broodmaaltijd.
En zo vloog een mooie middag om.
’s Avonds, bij de Beelden van Bezieling in Middelstum, kwam ik weer wat
Kantsters tegen.
Ze konden er geen genoeg van krijgen.
Kees Steketee