artikelen
 

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN

Bijbelzondag...
(27 oktober 2007)

Als kind spaarde ik
suikerzakjes, lucifersmerken,
sigarenbandjes, later ook
speldjes (want die kreeg je bij
de margarine, en omdat
iedereen ze ging sparen
kreeg je op den duur bij alles
bij de kruidenier een speldje),
toen ook sleutelhangers (want
nog weer later kreeg je
sleutelhangers bij de
margarine, en omdat
iedereen…), kortom, ik ben
een verzamelaar.

Ik spaar ook kleine eendjes: modelauto’s van het merk Citroën, type 2cv. Ik heb een vitrinekast vol
verschillende modellen, grote, hele kleine, serieuze, wonderlijk vervormde, en ook gewoon hele
mooie.
Een andere verzameling is mijn verzameling liedbundels. Die is eigenlijk per ongeluk ontstaan:
toen het nieuwe liedboek werd ingevoerd, in 1973, werden de rode en blauwe gezangenboekjes, en
ook de psalmboeken met de harp er voorop, alsmede de groene proefbundel overbodig, nadat
eerder al de berijming 1773 in de kast kon blijven. Weggooien vond ik, natuurlijk en in dit geval
haast letterlijk, zonde, en zo stond er op een gegeven moment een mooi rijtje niet meer gebruikte
liedbundels in de kast. Een facsimile van Petrus Datheens psalmen kocht ik er bij, en
langzamerhand, via rommelmarkten en tweedehands boekwinkels ook de evangelische gezangen
uit 1805 (of 1804 of 1806, dat weet ik niet meer zo precies), de hervormde bundel uit 1938, en ook
de bijzondere berijming waarmee Hasper ooit langs de kerken leurde en die nu nog gebruikt wordt
bij de Baptisten, als zijnde de enige echt goede psalmenvertaling. Ik kwam ook
zondagsschoolbundels tegen, bundels van de bond van mannenverenigingen, van
jongelingsverenigingen, en van wat eigenlijk niet.
Toen ik op die manier toch vaak op rommelmarkten liep rond te struinen raakte ik ook gefascineerd
door de Bijbels die daar te koop lagen. Huwelijksbijbels van tientallen jaren oud, blijkbaar door
nabestaanden van overledenen op de rommelmarkt gebracht, Gezinsbijbels (“voorzien van eenige
verduidelijkende opmerkingen en met weglating van die gedeelten welke zich minder goed leenen
voor de voorlezing in het gezin”), oude Statenbijbels, Groot Nieuws, Het Boek, pocketboeken met
het Nieuwe Testament in “de taal van deze tijd” (dat was de tijd van vóór ‘groot nieuws’), enzovoort.
De nieuwste versie van de Bijbel tref je er nog niet aan, natuurlijk niet. Maar al wel de proefuitgaven
van een paar Bijbelboeken daaruit onder de titel ‘Werk in uitvoering’.

Het is Bijbelzondag. Een prachtige dag natuurlijk voor een Bijbelverzamelaar, hoewel je ook zou
kunnen zeggen dat het elke zondag Bijbelzondag is… Tevens is het Bijbeltiendaagse, met ook
weer de onvermijdelijke Bijbelquiz op de televisie, met Jacobine Geel en Bert van Leeuwen.
Ik kan me van vorig jaar herinneren dat ik dat een beetje een aanfluiting vond, met bekende
Nederlanders die ontzettend hun best deden om vooral niet te veel van de Bijbel te weten. Dat
stond stoer, zo leken ze te denken.
Ook is er een gezelschapsspel verkrijgbaar, een soort Triviant zoals dat ooit door Tineke Verburg
werd gepresenteerd, maar dan met kennis van de Bijbel als onderwerp. Omdat ik geen
spelletjesmens ben (want een spelletje doe je om de tijd te doden, en de tijd doden doe je uit
verveling, en je vervelen is zonde, ja, ja, Calvinist tot op het bot!) is zo’n Bijbelspel niet aan mij
besteed.
In Noord Groningen is ook een Bijbelmarathon. Het fijne weet ik er niet van, maar het schijnt dat er
een paar dagen non stop uit de Bijbel wordt gelezen. Googelen op Bijbelmarathon leerde me dat
dat in de afgelopen jaren zo links en rechts wel meer is gedaan.
Al met al is er rondom dit weekend veel aandacht voor de Bijbel, en dat mogen we toejuichen.

Maar…
Nou las ik in de krant dat 60 % van de Nederlanders niet in staat is de Bijbel te begrijpen. “Verstaat
gij ook hetgeen gij leest?” zouden we die Nederlanders moeten vragen, maar ook dat zouden ze
niet begrijpen: “Natuurlijk, ik versta het wel, maar ik snap er niks van…”
En dan hebben we het nog niet eens over de Statenvertaling of de vertaling van 1951, nee, ook die
van 2004 schijnt voor veel mensen, kennelijk 60 %, niet te volgen te zijn.
Blijkbaar zijn dat mensen die niet week in week uit in de kerk zitten om naar de uitleg van de Bijbel
te luisteren. Dat zat die eunuch ook niet en daarom snapte die er ook niks van en moest Filippus
hem helpen.
En, laten we wel wezen, u en ik, regelmatige kerkganger, regelmatige Bijbellezer, snappen we alles
wat we lezen? Het is toch niet voor niks dat er zoveel kerkscheuringen zijn, zoveel verhitte
discussies, juist omdat de één een bepaald Schriftwoord anders begrijpt en dus anders uitlegt dan
een ander? Logisch dat 60 % het niet snapt. En dat van die kerkscheuringen snappen ook veel
mensen trouwens niet.
Maar de oplossing is simpel. Het Nederlands Bijbelgenootschap overweegt een nog eenvoudiger
versie maken.
Nou schijnt dat weer niet echt eenvoudig te zijn, want iets wat niet simpel is kun je ook niet simpel
vertellen.
Het Genootschap is aan het studeren en hoopt eind november te weten of het gaat lukken, een
“zeer eenvoudige” Bijbel voor niet-ingewijden.

Waar wil ik naar toe? Naar de conclusie dat we zo’n Bijbelzondag en zo’n Bijbeltiendaagse moeten
toejuichen: hoe meer mensen horen over de Bijbel hoe meer geïnteresseerd ze zouden kunnen
raken. Hoe meer fabrikanten en winkels speldjes en sleutelhangers cadeau gaven bij hun
producten, hoe meer mensen ze ook gingen sparen. Het aanbod kweekt de vraag zal ik maar
zeggen.
Hoe meer mensen over de Bijbel horen, hoe meer mensen zich er misschien ook wel in gaan
verdiepen. En dan is die simpele Bijbel uiteindelijk toch niet nodig…

Kees Steketee

>  STARTPAGINA
>  ARTIKELEN